Sterrebeek, 2014
De straat waar dit verbouwingsproject is gesitueerd, ligt kort bij maar niet echt ín het centrum van de gemeente. Het beeld getuigt van de bevolkingsgroei en de welvaart van de jaren 1960 en ‘70. De voornaamste culturele upgrade waar woningen vanaf dan aan dienden te beantwoorden waren: een badkamer, een keuken en een garage. Omdat de woningen in het centrum van een gemeente daar dikwijls niet of onvoldoende aan beantwoordden, week men uit; in eerste instantie een beetje uit. Lees meer...
Intussen zijn de bouw- en wooncriteria uiteraard opnieuw geëvolueerd en is het misschien naïef te denken dat de verbouwing definitief zal zijn, maar alleszins was dát toch de intentie. Aldus vinden we het belangrijk de bovenstaande analyse te maken en er volgende conclusies aan te verbinden:
1) de annex aan de achtergevel ontneemt de woning haar relatie met de tuin,
2) oppervlakte en volume van de woning (in haar totaliteit) zijn minstens voldoende,
3) de dakverdieping is onderbenut: van binnenuit verhoogt een evenwaardige upgrading ervan de woonkwaliteiten, van buitenaf versterkt zich het volume
4) de integratie tussen de initiële woning en de garage-aanbouw kan best (nog meer) doorgedreven worden
5) het is wenselijk dat het uitzicht van de woning zich inpast in het straatbeeld, eerder dan dat het er mee contrasteert.
Een planmatige analyse doet ons besluiten dat:
a) Het behoud van de (voornaamste) structurele elementen de verbouwing definieert;
b) In een traditionele invulling de gewenste oppervlakte op het gelijkvloers groter is dan op de verdieping(en). We opteren echter voor een optimale volumebenutting van het huis, reden waarom we de zitruimte op verdieping voorzien (om die via een grote vide met de rest van de leefruimte op het gelijkvloers te verbinden);
c) De centrale positie van de (bestaande) trap de kwaliteit van de leefruimte ‘halveert’;
d) De ligging van de garage best als een noodzakelijk kwaad wordt aanzien;
e) Een dóórzonning van de woning kan antwoord bieden aan de noordoost geörienteerde achtergevel.
In de uitwerking van deze stellingnames, trachtten we op een doordachte manier het juiste evenwicht te bereiken tussen oud en nieuw, hoofdzaak en detail, vorm en functie, dominant en ondergeschikt en dit alles budgettair verantwoord.



