De verkavelingsvoorschriften laten een grote ontwerpvrijheid toe, maar bevatten toch zeer specifieke voorwaarden met het oog op het bewaren van het beeld van de holle weg en een kwalitatieve integratie in de groene omgeving. De opdrachtgevers zelf hebben bovenop hun (functioneel) bouwprogramma nog enkele randvoorwaarden aan het ontwerp gesteld: een doordachte inplanting, veel natuurlijk licht en ruimtelijkheid, en laag energieverbruik waren voor hen een prioriteit.
Door haar steile en dicht begroeide flanken, snijdt de holle weg zich letterlijk in het landschap in. Passanten ervaren de percelen die er langsheen liggen niet en andersom kijken de woningen er gewoon overheen. Een belangrijk deel van de opdracht is dan ook om dit typische aspect van een Vlaamse holle weg te respecteren en enkel te ‘onderbreken’ met wat strikt minimaal voor de ontsluiting van het perceel nodig is.
Om een maximale benutting te bereiken van alle bouwlagen, is de zone achter het talud verlaagd tot op het niveau van de holle weg. De woning vormt de link tussen het straatniveau en het tuinniveau achter de woning.
Het gevelmateriaal van de onderste verdieping (blauwe hardsteen), alsook de keerwanden in brute beton benadrukken dat deze zone uitgediept is. Ze geven er een meer publiek karakter aan, wat bewust in contrast is met de bovenliggende woonlagen. De overkraging van de tweede bouwlaag versterkt dit beeld, net als de witte gevelbekleding in gevelpleister.
Bovenop dit utilitaire volume (garage, technische lokalen, werk- en opslagplaatsen), zet het woonvolume aan op het niveau van de achterliggende tuin, en is hier ook voornamelijk op gericht. Grote raampartijen aan de achterzijde maximaliseren de interactie met de tuin, en de leefvertrekken zijn zo veel mogelijk open gehouden om deze link tot aan de voorgevel door te trekken. Ook de voorgevel en linkerzijgevel zijn op deze verdieping open gemaakt om zo veel als mogelijk natuurlijk licht binnen te brengen en de zichten naar de omgeving vanuit elk punt in de leefvertrekken te verzekeren.
De bovenste verdieping is ingevuld met de slaapvertrekken. Een grote vide in de centrale hal verbindt visueel beide verdiepingen. Deze vide, in combinatie met het dubbelhoog raamgeheel aan de inkomdeur en de lichtstraat in het dak, geven een enorm ruimtegevoel.
Een aangepaste isolatiedikte, weldoordachte dimensionering en positionering van beglazing, centrale stookplaats met warmtepomp op laag regime, en photovoltaïsche panelen zorgen voor een erg laag energieverbuik.