Architectuur voegt iets -meestal een volume- toe aan een bestaande omgeving.
Een ontwerp is in onze aanpak echter geen alleenstaand feit; het is noch het begin, noch het einde. Ongeacht de opdracht die ons wordt toevertrouwd, zijn we gedreven op zoek te gaan naar die architecturale oplossing waarbij onze toevoeging zich zal integreren met reeds aanwezige kwaliteiten.
Een doorgedreven analyse van de bestaande toestand vinden we dan ook essentieel zodat wat waardevol is om op voort te bouwen, niet overboord gegooid of genegeerd wordt. Dikwijls kan zelfs wat ogenschijnlijk níet tot de opdracht behoort, omwille van integratie best toch ook ter studie genomen worden. Het additief proces mag namelijk niet de vrije loop gegeven worden, maar moet op gecontroleerde wijze haar doel bereiken.
Uiteraard is de ontwerpmatige toevoeging cruciaal: ze realiseert de additie en bepaalt aldus het eindresultaat. Of de integratie zich echter zal voltrekken, hangt van de mens af. We menen dat als de architectuur de mens dient, de mens de architectuur zal dienen. Eerder dan bepaalde stijlkenmerken, stellen we bijgevolg de mens zelf centraal in het ontwerpproces. Zijn/haar/hun leven verrijken, is waar het ons om draait, niet alleen in het planmatige aspect van het ontwerp, maar ook in de vormgeving en de esthetica ervan.
Verder zien we ten aanzien van het ontwerp a priori weinig limieten, noch verplichtingen. Lijntjes zijn niet steeds de rand van het kleurboek en de technologische vooruitgang is er om aangewend te worden. Budgettaire aspecten zijn er natuurlijk om rekening mee te houden maar houden niet noodzakelijk een architecturale beperking in. Zoals intussen voldoende bekend trouwens, rekent de reële bouwkost zich af op middellange en lange termijn.
In dit alles is er voor ons geen onderscheid tussen exterieur- en interieurarchitectuur. Alhoewel het niet dezelfde disciplines zijn, moet dit voor ons part niet uit het resultaat blijken, eerder in tegendeel. Interieur mag bij voorkeur dus niet het gratuite gevolg van het exterieur zijn; de grootste architecturale kwaliteit zonder meer wordt naar ons oordeel bereikt wanneer het ene op het andere afgestemd is, wanneer er m.a.w. één zowel interieur- als exterieurconcept kan uitgewerkt worden.
Interieuropdrachten beginnen we dus graag met een overlapping van en inmenging in het architecturale luik van een opdracht. Ingeval de architectuur er reeds zou zijn, kan het interieur daar eventueel alsnog op geënt worden, dan wel haar eigen reden van bestaan vinden.
Dat de bouwheer in dit alles bovenaan staat, is voor ons evident al zal ook hij zijn essentiële keuzes op verantwoorde wijze dienen te nemen. Finaal dient de architectuur zowel hém op het lijf te zijn geschreven als dat het ook de samenleving ten goede komt.